Jeroen Lijzenga: "Beschikbaarheid betaalbare en passende woningen nog steeds grootste uitdagingen voor woningmarkt"

Interview met Jeroen Lijzenga van Companen over Woononderzoek Nederland.
Kun je uitleggen wat het WoON-onderzoek is?
"Het WoON-onderzoek is een onderzoek dat de woonomstandigheden, verhuiswensen en woonwensen van Nederlandse huishoudens in kaart brengt. Het is belangrijk omdat het inzicht geeft in hoe mensen wonen, of zij willen verhuizen, wat hun woonwens dan is en waar ze tegenaan lopen bij het vinden van een woning. Deze informatie is cruciaal voor beleidsmakers om woonbeleid te kunnen maken. Het WoON-onderzoek geeft ook inzicht in regionale verschillen. Bijvoorbeeld, hoe de woonomstandigheden en woonwensen variëren tussen stedelijke en landelijke gebieden en welke regio's de grootste uitdagingen hebben op het gebied van betaalbaarheid en duurzaamheid.”
Hoe wordt het WoOn-onderzoek uitgevoerd?
"Het onderzoek wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uitgevoerd door het houden van enquêtes onder een representatieve steekproef van Nederlandse huishoudens. Het CBS combineert de enquêteresultaten met gegevens uit registers over onder meer woonlasten, inkomen en vermogen. Daarom geeft het WoON heel goed inzicht in welk deel van hun inkomen huishoudens in verschillende situaties betalen aan het wonen. Het is verreweg het grootste onderzoek op dit gebied."
Kun je de belangrijkste bevindingen van het laatste WoON-onderzoek schetsen?
"De druk op de woningmarkt is weer toegenomen. De groep huishoudens die wil verhuizen naar een andere woning is groter dan bij het vorige WoON. Ook de groep die wil starten groeit. Een van de belangrijkste bevindingen is dat er een grote behoefte is aan betaalbare woningen. Veel huishoudens hebben moeite om een geschikte woning te vinden binnen hun budget. Pas verhuisde huishoudens hebben naar verhouding veel hogere woonlasten dan huishoudens die langer wonen. Ouderen en gezinnen verhuizen minder, terwijl hun verhuizing een belangrijke rol speelt bij de doorstroming binnen de woningmarkt. Daarnaast neemt het aantal huishoudens dat problemen heeft met een aangenaam binnenklimaat in hun woning toe."
Laten we even inzoomen op de huur- en koopwoningmarkt. Hoe ziet de trend over de afgelopen drie jaar eruit?
"Uit het WoON-onderzoek blijkt dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen huur- en koopwoningen. Huurders hebben vaak te maken met hogere woonlasten dan kopers. Wel is het zo dat de huurquote, het percentage dat mensen uitgeven aan huur ten opzichte van hun inkomen, licht is gedaald. Dit heeft onder meer te maken met de doorgevoerde huurmatiging. Overigens hebben huurders in de dure huursector de hoogste huurquotes van alle huurders. Zij geven gemiddeld meer dan 40% van hun netto besteedbare inkomen uit aan de huur. Kopers betalen in verhouding tot hun inkomen minder aan wonen dan huurders. Zij hebben veelal een lagere woonquote dan huurders. Maar ook recent verhuisde eigenaar-bewoners wonen gemiddeld een stuk duurder dan woningeigenaren die al langer in hun woning wonen.”
Wat zijn de bevindingen met betrekking tot starters op de woningmarkt?
“We stellen vast dat de positie van starters wat is verbeterd ten opzichte van het vorige WoON-onderzoek. Meer startende huishoudens slaagden erin hun eerste woning te bemachtigen. Wel starten starters later, ze zijn ouder als ze naar hun eerste woning verhuizen, en ze wonen naar verhouding duur. Bij de aankoop van een woning krijgen starters geregeld hulp van familie of schoonfamilie in de vorm van een schenking. Ook wordt relatief vaak geleend bij familie of vrienden om een woning te kunnen kopen. Voor een deel van de starters blijft het erg moeilijk om een woning te vinden. Zeker alleenstaande starters komen moeilijk aan de bak.”
Opvallend was de aandacht voor schimmelvorming in woningen. Wat is er aan de hand?
“Het aandeel huishoudens dat te maken heeft met vocht en schimmel in de woning is flink toegenomen. Hier is echt aandacht voor nodig. Waarschijnlijk hangt de toename samen met de gestegen energieprijzen. Daardoor zijn huishoudens minder gaan stoken en minder goed gaan ventileren. Dat vergroot de kans op problemen met vocht en schimmel. Het betreft nu één op de vijf huishoudens en in de huursector zelfs 30% van de huishoudens.”
En hoe zit het met de koeling van woningen?
“Met de opwarming van het klimaat komen warme zomers meer voor en wordt het daarom belangrijker dat mensen hun woning aangenaam kunnen koelen. Het WoON-onderzoek laat zien dat dat lang niet voor alle huishoudens mogelijk is. Bijna de helft van de huurders geeft aan dat zij hun woning niet aangenaam koel kunnen krijgen. Bij kopers is dit aandeel lager maar nog altijd een kwart bij eengezinswoningen en een derde bij appartementen.”