Bram Klouwen: ‘Er moet solidariteit zijn tussen de generaties’

In deze serie bespreken we maandelijks een idee dat de vastgelopen woningmarkt weer vlot kan trekken. In deze tweede aflevering vertelt Bram Klouwen, algemeen directeur van Companen, waarom er een bonus-malussysteem moet komen op basis van het aantal vierkante meters die we per persoon bewonen.


Welk cijfer geef je de woningmarkt?

"Een flinke onvoldoende: een 3. De woningmarkt is te veel afhankelijk geworden van kapitaal. Huisvesting is een primaire levensbehoefte. Maar niet iedereen kan hierin voorzien. Je beschikbare middelen bepalen of je wel of niet een woning kunt vinden. Als je binnen bent in het systeem dan heb je het goed. Dan kun je ook doorstromen naar nieuwe woningen, omdat je overwaarde opbouwt. Maar wie nieuw is loopt tegen grenzen aan."

Welk is je idee om de woningmarkt weer vlot te trekken?

"Omdat wonen handelswaar is geworden, zijn we gaan denken in termen van een wooncarrière; jezelf verbeteren. Het is niet zozeer een primaire levensbehoefte meer. Je zou wonen daarom moeten opdelen in een deel basisvoorziening, waar iedereen recht op heeft, en wonen als luxegoed. Dat vraagt een malus op luxe en een bonus op de basisvoorziening.”

“Mijn voorstel is om de grens te leggen bij 70 m2. Woon je per persoon op minder dan 70 m2, dan krijg je een bonus. Wie daarboven zit, ontvangt een malus.".
Bram Klouwen, algemeen directeur Companen


Hoe trek je de grens tussen de basis- en de luxevoorziening?

“In Nederland wonen we gemiddeld op zo’n 55 m2 per persoon. Dat is relatief veel ruimte. Maar als je de grens daar trekt, voelt dat toch niet goed. Want neem bijvoorbeeld de gemiddelde 65-plusser: als de kinderen het huis uit zijn, is er nog altijd een woning van 150 m2 beschikbaar. Dan kun je niet meteen zeggen: foei, nu moet je gestraft worden. Mijn voorstel is om de grens te leggen bij 70 m2. Woon je per persoon op minder dan 70 m2, dan krijg je een bonus. Wie daarboven zit, ontvangt een malus. Nu heb je het rare fenomeen dat je minder huurtoeslag krijgt als je een sociale huurwoning hebt en gaat samenwonen. Ik stel voor dat je dan juist meer geld krijgt.”

En als je gaat scheiden of je partner overlijdt?

“Je kunt ook een uitzondering maken voor mensen die in dit soort situaties terechtkomen. Maar wel tot op bepaalde hoogte, want nu zijn het de mensen die het goed voor elkaar hebben die tegen jongeren zeggen dat ze maar op 30 m2 moeten gaan wonen. Dat is mij te makkelijk. Er moet ook solidariteit zijn tussen de generaties. De oudere generatie heeft enorm geprofiteerd van de woningmarkt door de waardestijgingen. En dat is ze van harte gegund, begrijp me goed. Maar ga niet tegen jongeren zeggen dat ze zoveel mazzel hebben.”

De malusregeling is ervoor bedoeld dat mensen die groot wonen gaan verhuizen, maar daar is het woningaanbod toch nauwelijks naar?

“Je hoeft niet per se te verhuizen, want je kunt natuurlijk ook je woning delen. Iemand in huis nemen. Dat valt eventueel te combineren met zorgtaken. Zo wordt mantelzorg beloond. En je voorkomt zo eenzaamheid bij ouderen, wat een steeds groter probleem is.”

Wie gaan er profiteren?

“Ouderen krijgen makkelijker iemand in huis die hen kan ondersteunen. En jongeren worden gestimuleerd samen iets te gaan huren of kopen, want dat wordt door de bonusregeling aantrekkelijk.”

"De politiek zou over het algemeen belang moeten gaan. Dat vraagt politieke moed. Misschien moeten de scherpe kantjes eraf om genoeg steun te krijgen."
Bram Klouwen, algemeen directeur Companen

Vroeger had je zo’n bonus: de premie-A-woning.

“Ja, maar dat was nou net de bonus die consumptie in de hand werkte. Je kreeg dat geld als je een woning kocht om een start te maken met je wooncarrière. Dat dreef de prijzen op. Dat is met mijn voorstel voor een bonus-malussysteem niet het geval.”

Is dit bij volgende Prinsjesdag geregeld?

“Nee, dat denk ik niet. De mensen die een huis nodig hebben leggen minder gewicht in de schaal dan wie al een huis heeft. Dat maakt het moeilijker om draagvlak te krijgen voor dit soort zaken. Maar juist de politiek zou over het algemeen belang moeten gaan. Dat vraagt politieke moed. Misschien moeten de scherpe kantjes eraf om genoeg steun te krijgen. Alleen een bonusregeling invoeren bijvoorbeeld of een fikse bonus en een kleine malus.

Ik denk dat je niet ontkomt aan een benadering die veel meer rekening houdt met de ruimte die mensen innemen. Je kunt wel hele dappere ministers hebben die roepen dat we 1 miljoen woningen moeten bouwen, maar – even los van of dat uiteindelijk lukt – dan is de schaarste nog niet weg. En de vraag is wie in die woningen terechtkomen? Zijn dat mensen die nu ook al veel kans op een woning hebben? Of ook groepen voor wie dat vanwege de hoge huur- en koopprijzen erg moeilijk is?”

Wat is je advies aan de volgende minister die ‘wonen’ in zijn portefeuille heeft?

“Vooral doorgaan met het beleid dat is ingezet, want stabiliteit in het beleid is heel belangrijk. Elke keer de koers wijzigen, is rampzalig. Verder zou ik minder focus leggen op tabellen en aantallen, zoals de huidige minister dat doet, maar meer nadruk op de praktische realisatie. Dus structureel ervoor zorgen dat de woningen er ook komen. Dat is anders dan hier en daar weer extra subsidie beschikbaar stellen.”


Bram Klouwen is algemeen directeur van Companen (advies voor woningmarkt en leefomgeving).


_________________________________________________________________________________________________